Oprenten Stamrecht Verplichting
Oprenten Verplichting in Stamrecht B.V.
Bij het oprichten van een Stamrecht B.V. kiest de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) wat hij (zij) met de middelen in de B.V. gaat doen. Deze middelen (na aftrek kosten oprichten BV) vormen de verplichting die de B.V. is aangegaan om uiterlijk op 65 jarige leeftijd periodieke uitkeringen (met 1% sterftekans) aan de ex-werknemer te doen. Deze verplichting wordt opgevoerd aan de creditzijde van de balans en dient op zakelijke grondslagen gewaardeerd te worden.
Dit betekent dat een verplichting die in jaar 1 niet wordt uitgekeerd in jaar 2 een hogere waarde vertegenwoordigt en dus ook als zodanig op de balans dient te worden opgenomen. Maar welke uitgangspunten gelden nu bij de waardering: hoe mag u de verplichtingen oprenten?
Indien u besluit de middelen volledig te gaan beleggen dan mag de jaarlijkse oprenting plaatsvinden tegen de belegde waarde (na kosten). Dit betekent dat de middelen aan de debetzijde en creditzijde van de balans goed op elkaar blijven afgestemd (mits kosten binnen 5% norm blijven). Het risico dat de (jaarlijks op te renten) verplichting uiterlijk op 65 jaar veel hoger is dan de aanwezige middelen (debetzijde balans) is dus beperkt. De keuze voor belegging van de middelen wordt bij aanvang genomen en wordt in dat geval meestal vastgelegd in de Stamrecht Overeenkomst.
Indien u de middelen niet belegt dient de B.V. het kapitaal jaarlijks op te renten met een zakelijke rente. Hierbij heeft de DGA van de Stamrecht B.V. de volgende keuzes:
- Oprenten met een vaste, samengestelde intrest (rente op rente)
- Oprenten met het U rendement
- Oprenten met de marktrente
1. Het voordeel van deze keuze is dat u zelf kunt bepalen van welke rente wordt uitgegaan. Wel dient die rente redelijkerwijs zakelijk te zijn en maakt u bij aanvang een keuze welke rente u kiest. U kunt de rente goed afstemmen op het te verwachten rendement dat u maakt op de middelen (NB denk aan beleggen geld in privé of hypotheeklening aan u zelf vanuit de BV tegen vaste rente) en hierbij rekening houden met de kosten. Bij 5% rendementsverwachting en 2% kosten is rentevergoeding
van 3% billijk en redelijk: dat is de verplichte rekenrente voor waardering van pensioen in de B.V.
2. Bij een keuze voor het U-rendement wordt het kapitaal, na aftrek van de kosten- en winstopslag jaarlijks verhoogd met het jaargemiddelde van het U-rendement minus 0,5%. Het U-rendement wordt vanaf 2004 jaarlijks gepubliceerd door het Verbond van Verzekeraars (door Centrum voor Verzekeringstatistiek). Het voor 2023 gepubliceerde U-rendement bedraagt 2,66%, zodat de verplichting in 2023 tegen 2,16% rente (-/-0,5% vaste kosten) wordt opgerent. Hoe lager de oprenting aan de creditzijde, hoe minder rendement nodig is aan de debetzijde.
3. Bij een keuze voor de marktrente zal het kapitaal, na aftrek van de kosten- en winstopslag jaarlijks worden verhoogd met de door de Staatssecretaris (van Financiën) in een besluit gepubliceerde marktrente. Het vaststellen van de fiscale marktrente geschiedt nu op basis van het U rendement en niet langer op basis van het CBS rendement. De marktrente voor 2023 bedraagt 1,89% zodat formeel de Stamrechtverplichting weer zal worden verhoogd in 2023.
In de Stamrecht Overeenkomst dient u dit vast te leggen, zoals uw keuze wat er met het kapitaal gebeurd bij uw onverhoopte overlijden.
Life Supply 2024
06 53699994